• Geneesmiddelen
  • Geestelijke gezondheid

Belgische woonzorgcentra nog zoekende naar evenwichtig beleid psychofarmacagebruik

In 2024 kreeg 53,5% van de bewoners in Belgische woonzorgcentra minstens één keer antidepressiva voorgeschreven, waarvan de meesten deze medicatie chronisch gebruikten. Voor antipsychotica gaat het om 32,8% van de bewoners, van wie ongeveer 2 op de 3 de medicatie langdurig gebruikt. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van de Onafhankelijke Ziekenfondsen (waar Helan in Vlaanderen deel van uitmaakt). Het onderzoek is gebaseerd op de terugbetalingsgegevens van 15.000 bewoners per jaar gedurende de periode 2017-2024. De verhuis naar een woonzorgcentrum blijkt bovendien een sleutelmoment in het leven van ouderen op het vlak van psychofarmacagebruik. Het structureel hoge gebruik valt op aangezien de aandoeningen waarvoor deze medicatie bedoeld is (angst, depressie, psychoses) weinig voorkomen bij ouderen.

Afbeelding
Aide-soignante souriante aidant une personne âgée à s’habiller dans une chambre lumineuse, illustrant le soin en maison de repos.

Hoger gebruik bij jongere bewoners, vrouwen, kwetsbare ouderen (VT), en ouderen met hoge zorgnoden

Ouderen worden vaak geconfronteerd met ingrijpende veranderingen die typisch zijn voor hun levensfase en die hun mentaal welzijn kunnen beïnvloeden: lichamelijke en cognitieve achteruitgang, het verlies van naasten of het noodgedwongen achterlaten van de vertrouwde thuisomgeving. Toch blijkt uit data van Sciensano (2025) dat de prevalentie van angst- en depressieve stoornissen bij 65-plussers relatief laag blijft (rond 8 à 9%), terwijl het gebruik van antidepressiva disproportioneel hoger ligt dan bij jongere leeftijdsgroepen. Dit roept vragen op over wie deze geneesmiddelen gebruikt en in welke context, iets waar de studie dieper op ingaat door het profiel van de senioren in woonzorgcentra in kaart te brengen:

  • Het gebruik van zowel antidepressiva als antipsychotica ligt hoger bij jongere bewoners (65-74 jarigen) dan bij oudere bewoners (75+).
  • Het chronisch gebruik van antidepressiva ligt hoger bij vrouwen dan bij mannen.
  • Antipsychotica worden meer gebruikt door mensen met een verhoogde tegemoetkoming (VT) dan door mensen zonder.
  • Antipsychotica en antidepressiva worden meer gebruikt door mensen die zorgbehoevender zijn dan door mensen die minder zorgbehoevend zijn.

Bij de onderzochte woonzorgcentra loopt het langdurig gebruik van antipsychotica sterk uiteen. In het kwart van de centra met het hoogste gebruik krijgt 25% van de bewoners chronisch antipsychotica toegediend - bijna dubbel zoveel als in het kwart van de centra met het laagste gebruik (13%). Ook bij antidepressiva zijn de verschillen opvallend: 58% van de bewoners in de groep met het hoogste gebruik, tegenover 47% in de groep met het laagste gebruik.

Cijfers van het Intermutualistisch agentschap voor 2022 belichten ook sterk het contrast tussen thuiswonende ouderen en ouderen in woonzorgcentra: In 2022 gebruikte 48,7% van de inwoners in Belgische woonzorgcentra antidepressiva, terwijl dit bij 65-plussers met thuiszorg 34,7% bedraagt en bij thuiswonende 65-plussers zonder thuiszorg 12,4%. Voor antipsychotica gaat het om 28,1% in woonzorgcentra, tegenover 11,5% voor 65-plussers in thuiszorg en 3,5% voor thuiswonende 65-plussers zonder thuiszorg.

Afbeelding
Associatie tussen chronisch gebruik van antidepressiva of antipsychotica en profiel van de bewoners van woonzorgcentra in 2024
Associatie tussen chronisch gebruik van antidepressiva of antipsychotica en profiel van de bewoners van woonzorgcentra in 2024  

Associatie tussen chronisch gebruik van antidepressiva of antipsychotica en profiel van de bewoners van woonzorgcentra in 2024 

Antipsychotica

  • Leeftijd
    • Minder dan 65: 52,3%
    • 65 -74 : 41,6%
    • 75 - 84 : 28,6%
    • 85-94 : 17,4%
    • 95+ : 11,3% 
  • Geslacht
    • Vrouw: 21,4% 
    • Man: 27,9% 
  • Zorgbehoevend 
    • Meer: 25,2%
    • Minder: 17,9% 
  • Verhoogde tegemoetkoming (VT)  
    • Ja: 28,2%
    • Nee: 20,2% 

Antidepressiva

  • Leeftijd
    • Minder dan 65: 57,3%
    • 65 -74: 59,6%
    • 75 - 84: 57,1%
    • 85-94: 64,7%
    • 95+: 36% 
  • Geslacht
    • Vrouw: 50,8% 
    • Man: 46,1% 
  • Zorgbehoevend 
    • Meer: 51,4 %
    • Minder: 44,6 % 
  • Verhoogde tegemoetkoming (VT)  
    • Ja: 52 %
    • Nee: 48 % 

Opname als kantelpunt in geneesmiddelengebruik

Voor antidepressiva stijgt het gebruik van 43,9% voor de verhuis naar een woonzorgcentrum tot 47,2% erna. Van de beperkte groep die al antipsychotica of antidepressiva gebruikten voor de verhuis, stopt respectievelijk 30% en 14,3% ermee na intrede.

Anderzijds werd bij 12,7% van de bewoners die geen antipsychotica gebruikten voor hun intrede antipsychotica opgestart in de 3-9 maanden na intrede. Voor antidepressiva betreft dit 17,2% van de ouderen.

Evolutie van het gebruik vóór en na opname in WZC bij 14.336 nieuwe bewoners (2021–2024)
Evolutie van het gebruik vóór en na opname in WZC bij 14.336 nieuwe bewoners (2021–2024)

Evolutie van het gebruik vóór en na opname in WZC bij 14.336 nieuwe bewoners (2021–2024)

Antipsychotica

  • 6 maanden voor verhuis naar WZC: 27%
  • Stopt na verhuis naar WZC: 30%
  • Start na verhuis naar WZC: 12,7%
  • 3-9 maanden na verhuis naar WZC: 28,2% 

Antidepressiva

  • 6 maanden voor verhuis naar WZC: 43,9%
  • Stopt na verhuis naar WZC: 14,3%
  • Start na verhuis naar WZC: 17,2%
  • 3-9 maanden na verhuis naar WZC: 47,2% 

Het opnameproces is een moment waarop huisarts, het zorgteam en de patiënt samen (kunnen) nadenken over de zin/onzin van geneesmiddelengebruik. De invoering van de Bel RAI LTFC in Vlaanderen in 2024 faciliteert dit overleg.” 

Thomas De Groote arts-expert bij de Onafhankelijke Ziekenfondsen

 

Drie aanbevelingen om het tij te keren

Het gebruik van psychofarmaca in de Belgische woonzorgcentra vormt duidelijk een uitdaging voor de gezondheidssector. De Onafhankelijke Ziekenfondsen willen graag hun schouders zetten onder dit vraagstuk en formuleren daartoe enkele aanbevelingen aan het beleid:

  1. Versterk de teams rond bewoners WZC in het werken rond mentaal welzijn en psychische klachten. Opgeleide, gespecialiseerde professionals, voldoende in aantal en goed ondersteund in hun werk, zijn belangrijk om het taboe rond geestelijke gezondheid te doorbreken, psychische problemen in een vroeg stadium op te sporen en bewoners te begeleiden naar passende hulp, binnen een zorgzame en respectvolle omgeving.
  2. Inzetten op autonomie en zingeving: Stimuleer de betrokkenheid van bewoners in het dagelijkse beheer van woonzorgcentra. Een model hiervoor vinden we in de Tubbe-methode, gecentreerd rond medezeggenschap en relatiegerichte zorg.
  3. Ontwikkel binnen elk woonzorgcentrum een psychofarmacabeleid, bijvoorbeeld met behulp van het draaiboek van het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs. Dit is een samenhangend geheel van afspraken over hoe de organisatie omgaat met psychoactieve medicatie. Het omvat lokaal overleg rond het bredere beleid, overleg binnen het zorgteam rond de individuele behandeling – zeker uit te voeren bij intrede in het WZC - en een monitoring van het geneesmiddelengebruik en klinische uitkomstmaten. Het zorgteam, de directie, maar ook de Coördinerend en Raadgevend Arts (CRA), apotheker en indien mogelijk psycholoog spelen een rol binnen dit beleid.