Hoger gebruik bij jongere bewoners, vrouwen, kwetsbare ouderen (VT), en ouderen met hoge zorgnoden
Ouderen worden vaak geconfronteerd met ingrijpende veranderingen die typisch zijn voor hun levensfase en die hun mentaal welzijn kunnen beïnvloeden: lichamelijke en cognitieve achteruitgang, het verlies van naasten of het noodgedwongen achterlaten van de vertrouwde thuisomgeving. Toch blijkt uit data van Sciensano (2025) dat de prevalentie van angst- en depressieve stoornissen bij 65-plussers relatief laag blijft (rond 8 à 9%), terwijl het gebruik van antidepressiva disproportioneel hoger ligt dan bij jongere leeftijdsgroepen. Dit roept vragen op over wie deze geneesmiddelen gebruikt en in welke context, iets waar de studie dieper op ingaat door het profiel van de senioren in woonzorgcentra in kaart te brengen:
- Het gebruik van zowel antidepressiva als antipsychotica ligt hoger bij jongere bewoners (65-74 jarigen) dan bij oudere bewoners (75+).
- Het chronisch gebruik van antidepressiva ligt hoger bij vrouwen dan bij mannen.
- Antipsychotica worden meer gebruikt door mensen met een verhoogde tegemoetkoming (VT) dan door mensen zonder.
- Antipsychotica en antidepressiva worden meer gebruikt door mensen die zorgbehoevender zijn dan door mensen die minder zorgbehoevend zijn.
Bij de onderzochte woonzorgcentra loopt het langdurig gebruik van antipsychotica sterk uiteen. In het kwart van de centra met het hoogste gebruik krijgt 25% van de bewoners chronisch antipsychotica toegediend - bijna dubbel zoveel als in het kwart van de centra met het laagste gebruik (13%). Ook bij antidepressiva zijn de verschillen opvallend: 58% van de bewoners in de groep met het hoogste gebruik, tegenover 47% in de groep met het laagste gebruik.
Cijfers van het Intermutualistisch agentschap voor 2022 belichten ook sterk het contrast tussen thuiswonende ouderen en ouderen in woonzorgcentra: In 2022 gebruikte 48,7% van de inwoners in Belgische woonzorgcentra antidepressiva, terwijl dit bij 65-plussers met thuiszorg 34,7% bedraagt en bij thuiswonende 65-plussers zonder thuiszorg 12,4%. Voor antipsychotica gaat het om 28,1% in woonzorgcentra, tegenover 11,5% voor 65-plussers in thuiszorg en 3,5% voor thuiswonende 65-plussers zonder thuiszorg.