• Arbeidsongeschiktheid

Nieuwe gevallen van arbeidsongeschiktheid: burn-out verdubbeld tussen 2018 en 2024

Psychosociale stoornissen en musculoskeletale aandoeningen blijven de voornaamste oorzaken van afwezigheid om gezondheidsredenen in België. Een recente studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen (Helan in Vlaanderen), die de cijfers van 2,3 miljoen leden tussen 2018 tot 2024 onder de loep nam, bevestigt dit. Opvallende vaststelling: het aantal burn-outs is op 6 jaar tijd bijna verdubbeld (+94%). Nog een zorgwekkende evolutie is dat steeds meer zelfstandigen arbeidsongeschikt worden; hun aandeel is in dezelfde periode met 49% gestegen. Het verdict is duidelijk: het huidige beleid heeft gefaald. Het is tijd om van koers te veranderen, met een gecoördineerde en globale aanpak.

Afbeelding
Homme barbu assis à son bureau, visiblement stressé ou fatigué, retirant ses lunettes et se frottant les yeux devant son ordinateur portable, entouré de feuilles froissées.
  • Burn-out: +94 % tussen 2018 en 2024
  • Arbeidsongeschiktheid door psychosociale of musculoskeletale aandoeningen: 55 % van de nieuwe gevallen
  • Zelfstandigen: +49 % nieuwe arbeidsongeschiktheidsgevallen in 6 jaar tijd
  • Hervatting van het werk: Het percentage mensen dat binnen het jaar weer uit arbeidsongeschiktheid komt (vóór de invaliditeit), verschilt duidelijk naargelang het type aandoening.

Psychosociale stoornissen en musculoskeletale aandoeningen: een steeds groter wordend aandeel

Tussen 2012 en 2023 steeg het aantal langdurig arbeidsongeschikte Belgen (+12 maanden) met 73%, tot 526.507 personen eind 2023. In dezelfde periode steeg het percentage verzekerden dat recht heeft op uitkeringen van 6,5% tot 10,3% en verdubbelden de uitgaven voor uitkeringen van 5,5 naar 12 miljard euro.

In 2024 waren psychosociale stoornissen of musculoskeletale aandoeningen samen verantwoordelijk voor meer dan de helft van alle nieuwe arbeidsongeschiktheidsgevallen (bijna 55%). Maar liefst 13 diagnoses die verband houden met deze aandoeningen staan in de top 20 van meest voorkomende oorzaken, met als top drie: burn-out, depressie en lumbago:

  • Mentale en gedragsstoornissen: 16%, waarvan 7,2% enkel voor depressie. Met opmerkelijke stijgingen tussen 2018 en 2024: +16% voor depressie, +56% voor dysthymie, +106% voor stress gerelateerde stoornissen, +52% voor angststoornissen.
  • Burn-out: 13%, een spectaculaire stijging met maar liefst 94%.
  • Musculoskeletale aandoeningen (rugpijn, gewrichtspijn, …): 25%, met een variabele stijging afhankelijk van de aandoening (+2% ischias, +44% knieartrose). 

Psychosociale stoornissen en musculoskeletale aandoeningen domineren zowel bij nieuwe gevallen van arbeidsongeschiktheid, als bij langdurige ziekte (langer dan een jaar), waar ze bijna 70% van de gevallen uitmaken:  

  • Mentale en gedragsstoornissen: 24%, waarvan 11% enkel voor depressie
  • Burn-out: 19%
  • Musculoskeletale aandoeningen: 25%

Deze cijfers tonen aan hoe essentieel betere preventie en begeleiding zijn om het aantal gevallen terug te dringen en het herstel te versnellen.

Een verschillende evolutie afhankelijk van het beroepsstatuut

We tekenen de sterkste stijging van nieuwe patiënten in arbeidsongeschiktheid op bij de zelfstandigen: +49% op 6 jaar tijd. De afschaffing van de wachttijd in 2019 heeft de toegang tot uitkeringen versneld, maar verklaart slechts een derde van deze stijging. De diagnoses die het meest zijn toegenomen bij zelfstandigen zijn musculoskeletale aandoeningen (+77% van de zelfstandigen onder de nieuwe gevallen van arbeidsongeschiktheid als gevolg van deze aandoeningen), burn-out (+67%) en mentale en gedragsstoornissen (+58%).

Voor veel zelfstandigen is arbeidsongeschikt zijn geen optie. Ze wachten vaak tot het echt niet meer gaat. Dat maakt dat klachten vaak verergeren en herstel langer duurt”, stelt Xavier Brenez, CEO bij de Onafhankelijke Ziekenfondsen.

In 2024 kregen alle beroepsstatuten te maken met arbeidsongeschiktheid, maar de verschillen per ziekte zijn duidelijk:

  • Musculoskeletale aandoeningen: Meer dan de helft van de nieuwe arbeidsongeschiktheden treft arbeiders (56,2%), terwijl zij slechts een kwart van de uitkeringsgerechtigde leden uitmaken (26,3%).
  • Mentale stoornissen: Bijna twee op de vijf nieuwe gevallen gaan om arbeiders (37,9%), tegenover een vertegenwoordiging van amper 26,3%. Bedienden worden vaker getroffen (53,9%) , al zijn zij ook sterker vertegenwoordigd binnen de groep uitkeringsgerechtigden (53,4%).
  • Burn-out: Twee op de drie nieuwe arbeidsongeschiktheden zijn bij bedienden te vinden (67,2%), die ruim de helft van de uitkeringsgerechtigde leden vormen (53,4%).

Generatie- en genderkloof zichtbaar

Uit de studie blijkt dat 80% van de nieuwe gevallen van arbeidsongeschiktheid mensen tussen 30 en 59 jaar zijn. Tussen 2018 en 2024 stijgt het aantal intredes wegens musculoskeletale aandoeningen zeer sterk bij 59-plussers, terwijl het juist daalt bij jongere werknemers. Omgekeerd nemen mentale klachten en burn-out proportioneel veel sneller toe bij mensen onder de 40 jaar.

In 2024 waren er meer vrouwen dan mannen die arbeidsongeschikt werden: 52,7% tegenover 47,3%. Toch zijn er minder vrouwen dan mannen onder de uitkeringsgerechtigde leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen: 46,5% tegenover 53,5%). Met andere woorden: vrouwen zijn oververtegenwoordigd bij nieuwe gevallen. 
Zowel in 2018 als in 2024 vertegenwoordigen ze 65% van de intredes wegens burn-out en 58% wegens mentale en gedragsstoornissen. Voor musculoskeletale aandoeningen is hun aandeel vergelijkbaar met dat van onze uitkeringsgerechtigde leden. Daar zijn ze dus niet oververtegenwoordigd, in tegenstelling tot psychosociale stoornissen. 

8 op de 10 binnen het jaar terug aan het werk

Bijna 8 op de 10 personen hervatten het werk binnen het jaar. Sommige aandoeningen leiden tot een trager herstel, waardoor het risico toeneemt dat de werkonderbreking langer dan een jaar duurt: mentale stoornissen (70%), burn-out (73%), musculoskeletale aandoeningen (78%), kanker en tumoren (59%), bloedziektes (68%),...
Bij andere aandoeningen verloopt het herstel daarentegen sneller, met bovengemiddelde hervattingspercentages: letsels en vergiftiging (90%), luchtwegaandoeningen (88%), spijsverteringsaandoeningen (92%) of infectie- en endocriene ziektes (86%).

Een gerichte en preventieve aanpak nodig om trend te keren

Structurele maatregelen zijn nodig om de trend te keren. De Onafhankelijke Ziekenfondsen formuleren de volgende aanbevelingen:

  1. Ontwikkel medische aanbevelingen over de aangewezen duur van arbeidsongeschiktheid bij veelvoorkomende aandoeningen (burn-out, depressie, rug- en gewrichtsklachten, ...). Deze richtlijnen zullen artsen ondersteunen zonder de individuele context van de patiënt uit het oog te verliezen.
  2. Pas verschillende methodes toe voor begeleiding afhankelijk van de aandoening, zodat er meer middelen ingezet kunnen worden voor gevallen waarin de kans kleiner is dat de betrokkene spontaan weer aan het werk gaat.
  3. Ontwikkel de preventie van psychosociale en musculoskeletale aandoeningen. Werkgevers moeten hierbij ondersteund worden in het uitbouwen van een doeltreffend welzijnsbeleid. Arbeidsartsen kunnen hierin een centrale rol spelen. Daarnaast is er ook nood aan bijkomende investeringen vanuit de bevoegde overheden.
  4. Versterk de rol en verantwoordelijkheid van werkgevers in het voorkomen en opvolgen van langdurige uitval. Een verplicht contact met de arbeidsarts vanaf de derde maand van afwezigheid bij bepaalde aandoeningen kan bijdragen aan een snellere re-integratie. Dit kan worden gekoppeld aan een responsabiliseringssysteem, zoals een bonus-malusregeling op basis van het re-integratiepercentage per activiteitensector of geografisch district.
  5. Ontwikkel beleidslijnen rond aangepaste eindeloopbanen voor groepen werknemers die het grootste risico lopen.
  6. Doe verder onderzoek naar de redenen voor de hogere toename van mentale aandoeningen onder jongere werknemers.
  7. Verbeter de monitoring van burn-out door middel van verfijnde codering, zodat deze diagnose beter onderscheiden kan worden van andere mentale aandoeningen.