Jongeren

Ik ben aan mijn smartphone gekluisterd: is het erg dokter?

De jongeren brengen meer tijd door op hun smartphone en social media dan dat ze op school zitten of slapen, vertelt professor Kathleen Beullens van de KU Leuven tijdens het laatste symposium van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. Heel wat ouders en onderwijzers maken zich zorgen over de impact van deze media op hun gezondheid. Bepaalde studies bestempelen deze bezorgdheden als onterecht omdat de smartphone enerzijds weinig impact heeft op gezondheid op lange termijn, en anderzijds een positieve invloed heeft op de sociale relaties. Specialisten menen wél dat we eerder bezorgd moeten zijn over de eerste generatie gebruikers die werd blootgesteld aan deze media.

Afbeelding

“De generatie van 25-35-jarigen is het ondertussen gewoon uren te scrollen op de smartphone en social media”, legt Lieven De Marez uit, professor aan de universiteit van Gent (UGent). “Maar nu hebben ze een job, een gezin, een leven waarin hun tijd kostbaar is. En ze blijven te veel tijd doorbrengen op die smartphone. De percentages depressie en burn-out liggen vrij hoog in deze groep”,  concludeert de specialist. Hij vindt ook dat deze numerieke (r)evolutie een vijftiental jaar geleden met een te naïeve blik onthaald werd. Dit is zo snel geëvolueerd dat we ons niet bewust waren van de impact op onze gezondheid. Lieven De Marez vergelijkt deze evolutie met tabak. “De eerste naoorlogse generatie rookte overal, tot het eindelijk de spuigaten uitliep en er regels vastgelegd werden. Sindsdien heeft tabak een aanvaardbare plaats in de maatschappij.”

“Het is een beetje hetzelfde verhaal met de smartphone en we beseffen dat niet alles ideaal is. We moeten die smartphone africhten zoals een hond”, vertelt professor De Marez. “In het begin gaat de hond eerder wandelen met zijn baasje en is die overal aanwezig: in bed, in bad, aan het stuur in de auto, enz. Maar eens die afgericht is, kent de hond de regels en wordt het samenleven aangenamer. We moeten hetzelfde doen met onze smartphone en zelf weer de controle hebben.”

Paradoxen

We zijn zeer snel op die numerieke kar gesprongen en we krijgen steeds vaker te maken met tegenstrijdige gevoelens ten aanzien van deze nieuwe realiteit. Professor De Marez benoemt dit als ‘technostress’ en verdeelt die gevoelens onder in drie paradoxen.

  • De eerste is de afhankelijkheidsparadox. Aan de ene kant gebruiken we social media steeds meer en geven we er steeds meer prioriteit aan, terwijl we ons aan de andere kant nog nooit zoveel zorgen hebben gemaakt over de afhankelijkheid ervan. We vragen ons af: hoe kunnen we ons digitale welzijn onder controle houden?
  • De tweede is de informatieparadox. Google vertelt ons in enkele minuten alles wat we willen weten. Maar de keerzijde daarvan zijn fake news en desinformatie. Frauduleuze berichten via chattoepassingen en e-mails vormen ook een groot probleem. Daarom dus dat bepaalde personen soms een toepassing verwijderen van hun smartphone omdat ze achterdochtig worden.
  • De derde is de privacyparadox. Vroeger zeiden we vaak dat Silicon Valley ‘alles en nog wat’ met onze gegevens deed, maar sinds het coronavirus is dit concept uitgebreid tot lokale overheden en instanties. Wat doen ze met onze persoonlijke gegevens? Hoe krijgen we daar controle over en hoe moeten we dat begrijpen?

Deze drie paradoxen zijn doorslaggevend voor de ‘homo digitalis’ die we vandaag zijn en die zich voorbereidt op de numerieke maatschappij. Zolang die paradoxen bestaan, zijn de mensen nog niet klaar voor de technologie van morgen.

Domesticatie van onze smartphone

Er is dus nog veel werk aan de winkel. We moeten nadenken over een algemeen kader maar ook over onze eigen verantwoordelijkheid: de smartphone africhten en ons eigen gedrag op social media evalueren, zijn cruciaal om in goede gezondheid te leven met de nieuwe versnelde technologieën van vandaag en morgen.

Raadpleeg de presentatie van professor Kathleen Beullens van de KU Leuven van het symposium 2022 georganiseerd door de Onafhankelijke Ziekenfondsen