Geneesmiddelen
Eerstelijnszorg

De apotheker, een sleutelfiguur bij het afbouwen van benzo’s

Sinds 1 februari kunnen apothekers een cruciale rol spelen in het afbouwprogramma van benzodiazepines. Patiënten kunnen, in overleg met hun arts en apotheker, een afbouwprogramma opstarten. Per patiënt wordt er individueel een afbouwschema opgesteld, waarbij de apotheker verantwoordelijk is voor het bereiden en het afleveren van -magistrale bereidingen voorgeschreven door de arts.
Afbeelding

Benzodiazepines

Benzodiazepines of benzo’s zijn een groep geneesmiddelen die voornamelijk gebruikt worden voor de behandeling van  angst en/of slapeloosheid. Met zo’n 1,15 miljoen DDD (defined daily doses), is België één van de grootste verbruikers van benzodiazepines. Ze zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Hoewel deze geneesmiddelen een hulp kunnen zijn als ze correct worden gebruikt, kunnen ze ook een gevaar vormen. Langdurig of foutief gebruik kan ervoor zorgen dat de werking ervan vermindert en dat gebruikers er op de duur afhankelijk van worden.

Langdurig gebruik van benzodiazepines kan er ook voor zorgen dat er bij het plots stopzetten ontwenningsverschijnselen kunnen optreden. Het is daarom belangrijk dat gebruik geleidelijk stopgezet wordt, onder begeleiding. Om patiënten te begeleiden bij een stopzetting kunnen ze sinds 1 februari een afbouwprogramma starten onder begeleiding van de arts en apotheker.

Welke patiënten komen in aanmerking?

Om een afbouwprogramma te kunnen starten, dient de patiënt ouder dan 18 jaar te zijn en drie maanden of langer (chronisch) één benzodiazepine in te nemen met slapeloosheid als primaire indicatie. Bij gebruik van meer dan één benzodiazepine, moet de patiënt zijn consumptie eerst terugbrengen tot één benzodiazepine.

Voldoet de patiënt aan deze voorwaarden? Dan kan hij samen met de huisarts en de apotheker een gepersonaliseerd afbouwschema opstarten.

Huisarts versus apotheker

In eerste instantie zal de patiënt zich tot de huisarts moeten wenden. De huisarts is degene die het afbouwprogramma gaat opstellen op basis van het gebruik van de patiënt. De afbouw gebeurt volgens een bepaald schema en in stappen, die afhankelijk zijn van het gebruik van de patiënt. De bedoeling van deze stappen is om de dosisvermindering geleidelijk aan te laten gebeuren om ontwenningseffecten te beperken. Het aantal nodige stappen en de bereidingen die erbij horen worden vastgelegd in een overeenkomst die getekend moet worden door de drie partijen: de patiënt, de arts en de apotheker.

In eerste instantie zal de arts het afbouwprgromma opstellen. Er zijn 3 schema’s mogelijk: 5 stappen, 7 stappen of 10 stappen. Een schema met 5 stappen houdt een vermindering van de dosis met 20% per stap in, een schema van 10 stappen een vermindering van de dosis met 10% per stap.

In het traject, is de apotheker verantwoordelijk voor het maken van de magistrale bereidingen die nodig zijn voor de ontwenning voorgeschreven door de arts en zal hij daarnaast ook de patiënt begeleiden in het afbouwprogramma. 

Hoelang een afbouwprogramma duurt, hangt af van het schema dat voorgeschreven is door de arts. Een stap kan maximaal 30 dagen duren. De patiënt heeft recht op twee stabilisatiedoses wanneer de afbouw voor hem te snel zou gaan. Hij kan de afbouw dus met maximaal twee periodes van 30 dagen verlengen. Of dit nodig is wordt beslist door de arts, in overleg met de patiënt. Uiteindelijk kan het programma maximaal een jaar duren.

Waarom ontwennen?

Het doel van het ontwenningsplan is om de patiënt geleidelijk aan te helpen naar het stabiliseren op een lagere dosis of het gebruik van benzo’s zelfs helemaal af te breken. Want langdurig gebruik van benzodiazepines kan er voor zorgen dat de werkzaamheid vermindert. Patiënten kunnen ook omgekeerde effecten ervaren dan waarvoor de geneesmiddelen dienen.

Goed om weten

Het afbouwprogramma is een pilootproject. Meer informatie vind je op de website van het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI).