Arbeidsongeschiktheid

Arbeidsongeschiktheid: gerichte initiatieven in het kader van een globale visie

De sterke toename van het aantal langdurig zieken in onze samenleving leidt tot zeer hoge kosten, zowel op sociaal als op financieel vlak. Momenteel zijn de directe en indirecte kosten van arbeidsongeschiktheid goed voor het aanzienlijke bedrag van € 21 miljard. Daarnaast zijn langdurig zieken algemeen ontevreden met hun levensomstandigheden en kampen ze met hoge gezondheidskosten. Aan de vooravond van enkele hervormingen van het arbeidsongeschiktheidssysteem én het verkiezingsjaar 2024, vereist deze grote toename een herziening van de huidige benadering. 

Afbeelding
Incapacité de travail des initiatives ciblées

Het wordt steeds duidelijker dat de situatie beschouwd moet worden als een investering in menselijk kapitaal om de uiteindelijke kosten te verlagen. De aanpak van dit complexe probleem, gekneld tussen werkgelegenheid, sociale zaken, gezondheid en economie, vereist nu een fundamentele verandering. Gelet op de omvang van het fenomeen en het aantal betrokken partijen, is het onrealistisch om te denken dat we een aanzienlijke impact kunnen hebben zonder ook aanzienlijk te investeren. Een betere definitie van de prioriteiten en een efficiënter gebruik van middelen bieden wel een oplossing. Dit houdt minstens 4 veranderingen in:  

Het stelsel van arbeidsongeschiktheid vereenvoudigen

De eerste stap naar een duurzame benadering is vereenvoudiging. Er worden steeds maar nieuwe lagen toegevoegd aan de verschillende takken van de sociale zekerheid: de toevoeging van bijzondere statuten, procedures of rapporteringen... Deze toenemende complexiteit leidt tot een buitensporige administratieve last voor de medische teams van de ziekenfondsen, die instaan voor de opvolging van de arbeidsongeschiktheid. Deze teams moeten hun tijd echter besteden aan de begeleiding van langdurig zieken. Een grondige evaluatie en een vereenvoudiging van de administratieve processen zijn dus nodig. 

Impact hebben

Een tweede stap is werken daar waar onze impact het grootst is, door ons te baseren op overtuigende feiten en inzichten. Met beperkte middelen kunnen de ziekenfondsen namelijk niet tegelijkertijd 450.000 nieuwe gevallen van arbeidsongeschiktheid behandelen én een half miljoen invaliden begeleiden.
Daarnaast weten we ook dat een snelle tussenkomst bij arbeidsongeschiktheid essentieel is. Daarom pleiten we voor een bundeling van de inspanningen om het aantal nieuwe gevallen van arbeidsongeschiktheid te verminderen. Hoe langer een werknemer met ziekteverlof is, hoe minder kans dat hij terugkeert naar het werk. Het lijkt de facto verstandiger om op te treden vanaf de eerste tekenen van afwezigheid en om in te zetten op preventie.
Zo snel mogelijk optreden en gerichtere initiatieven opzetten door de personen te identificeren met restcapaciteiten, wiens medische toestand het toelaat terug te keren naar het werk, is efficiënter en veerlaagt het aantal intredes in arbeidsongeschiktheid. Naast deze acties blijft het aanmoedigen van werkgevers essentieel, om nog meer flexibiliteit toe te laten om werknemers aangepast werk te laten combineren met een aandoening. 

Eindeloopbaanplanning 

De vergrijzing van de bevolking en de langere loopbanen leiden onvermijdelijk tot een stijging van het aantal langdurig zieken. Dat is de realiteit waarmee we te maken hebben. Hoewel de toegang tot vervroegd pensioen is beperkt en de pensioenleeftijd is verhoogd, beide legitieme maatregelen, zal het voor de volgende legislatuur essentieel zijn om van eindeloopbaanplanning een prioriteit te maken. Wij pleiten voor flexibelere eindes van de loopbanen, om te voorkomen dat mensen helemaal uit de boot vallen. In deze zin hebben de werkgevers ook een belangrijke rol te vervullen in de planning van de uurroosters en functies, de combinatie van werk/ziekte en het deeltijds werk. 

Focus op de capaciteit 

Of het nu aan het begin, in het midden of aan het einde van de loopbaan is, men moet het werk en de ziekte flexibeler kunnen combineren dankzij een focus op de capaciteit van de persoon. Het gaat hier om een paradigmaverschuiving die door talloze actoren wordt gesteund en werd verwoord tijdens het symposium  over arbeidsongeschiktheid dat op 23 november werd georganiseerd door de Onafhankelijke Ziekenfondsen: we moeten onze benadering baseren op wat de mensen nog kunnen doen.
Een concrete piste zou zijn om, net zoals in andere landen, een bijkomend percentage voor capaciteitsverlies in te voeren. Wij stellen een arbeidsongeschiktheidspercentage van 33 % voor, naast het huidige percentage van 66 %. Dit extra percentage zou ons in staat stellen om een wijziging in de fysieke of psychische gezondheidstoestand te erkennen, en daarnaast de capaciteit van deze persoon te erkennen om nog een beroepsactiviteit uit te oefenen. Dankzij deze maatregel zouden we kunnen afstappen van de huidige tweeledigheid: arbeidsgeschikt of arbeidsongeschikt.

In plaats van de kosten als een last te beschouwen, moeten we investeren in oplossingen die zowel het leven van langdurig zieken als de samenleving in haar geheel verbeteren. Dit is een investering op lange termijn, die haar vruchten zal afwerpen op economisch en sociaal vlak. Met bevoegdheden voor elk politiek niveau, zal de strijd op meerdere fronten gevoerd moeten worden. De Onafhankelijke Ziekenfondsen roepen dus op tot gerichtere initiatieven en een daadkrachtige visie die wordt gedeeld door de verschillende beleidsniveaus, de behandelende artsen, de ziekenfondsen en de werkgevers. 

Xavier Brenez, directeur-generaal van de Onafhankelijke Ziekenfondsen