Bijna 1 op de 4 jonge kinderen neemt minstens 1 geneesmiddel tegen astma

Bijna een kwart van de kinderen tussen 2 en 6 jaar neemt minstens 1 geneesmiddel tegen astma. Bij kinderen en jongeren tussen 7 en 18 jaar daalt dat aantal gelukkig tot iets minder dan 1 op de 10. De Onafhankelijke Ziekenfondsen vragen meer aandacht voor de preventie van ziektes aan de luchtwegen. Daarnaast is het ook belangrijk dat zorgverleners ouders en kinderen goed informeren over astma.

Thema
Geneesmiddelen
Datum

Brussel, 17 december 2019. Astma is een chronische ontsteking van de luchtwegen. Bij ongeveer de helft van de astmatische kinderen zouden allergieën een rol spelen. De aandoening komt wereldwijd vaak voor bij jonge kinderen. Dat is in België niet anders, zo blijkt uit een nieuwe studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen bij kinderen en jongeren tussen 2 en 18 jaar. Bijna 1 op de 4 kinderen tussen 2 en 6 jaar (23,8 %) nam in 2018 minstens 1 geneesmiddel tegen astma. Bij kinderen en jongeren tussen 7 en 18 jaar daalt dit aantal wel tot iets minder dan 1 op de 10 (8,7 %). Maar in totaal gaat het nog altijd om 1 op de 8 kinderen en jongeren tussen 2 en 18 jaar die in 2018 een geneesmiddel tegen astma nam

Moeilijk om diagnose te stellen

Lijden alle kinderen die medicatie tegen astma nemen ook effectief aan de ziekte? Toch niet, zo blijkt. Astma is namelijk moeilijk vast te stellen. Pas vanaf de leeftijd van 6 jaar kunnen artsen functionele ademhalingstesten gebruiken om de diagnose van astma te ondersteunen. Voordien moeten ze zich baseren op symptomen (piepende ademhaling, kortademigheid, hoesten, …) en de familiegeschiedenis (allergieën, astma). Het aantal kinderen dat geneesmiddelen tegen astma neemt, daalt dan ook met de leeftijd.  

Van de kinderen tussen 2 en 6 jaar die medicatie tegen astma namen in 2013, bleef minder dan 1 op de 10 dat continu doen tot in 2018. Tegelijkertijd zijn er ook kinderen die pas op latere leeftijd geneesmiddelen tegen astma beginnen te gebruiken. Uit onze cijfers blijkt dat 1 op de 3 tieners die in 2018 geneesmiddelen tegen astma nam, er geen gebruikte in de 5 voorgaande jaren. 

Vaker naar de spoed en in het ziekenhuis

Astma komt vaak voor in crisissen. Het is niet altijd mogelijk om die thuis te beheersen. Kinderen en jongeren die medicatie tegen astma nemen, hebben dan ook een grotere kans om op de spoeddienst te belanden. Het gaat om 30,3 %, tegenover 19,4 % bij kinderen en jongeren die geen medicatie tegen astma nemen. Daarnaast zijn luchtwegaandoeningen, waaronder astma, één van de belangrijkste oorzaken voor ziekenhuisopnames bij jonge kinderen in ons land. Kinderen die een geneesmiddel tegen astma voorgeschreven kregen, hebben dubbel zoveel kans op een ziekenhuisopname met overnachting dan kinderen die geen geneesmiddel tegen astma voorgeschreven kregen. 

Preventie en goede begeleiding

Onder meer luchtvervuiling en tabaksrook kunnen astma in de hand werken. Daarom vragen de Onafhankelijke Ziekenfondsen o.a. om de standaardnorm voor fijn stof te verminderen tot 10 microgram per kubieke meter per jaar, zodat we nauwer aansluiten bij de aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie. Ook een lager stikstofoxidegehalte is aan de orde. Daarnaast leggen de Onafhankelijke Ziekenfondsen de nadruk op het belang van een rookvrije omgeving om de luchtwegen van kinderen gezond te houden. 

Astma heeft een fysieke, emotionele en sociale impact op het leven van kinderen. De rol van de ouders is dus heel belangrijk. Om die goed te kunnen vervullen, is het essentieel dat zorgverleners hen goed informeren en begeleiden rond de symptomen en de aanpak van de ziekte. Educatieve tools op maat van kinderen en ouders kunnen de zorgverleners daarbij helpen. 

Meer info