De institutionele hervormingen kregen een prominente plaats in het federale regeerakkoord. Met de lancering van de online raadpleging wordt er een tandje bijgestoken in het publieke debat. Sinds de start van de pandemie roepen meer en meer stemmen om een 7e staatshervorming die onder meer de knelpunten in ons gezondheidszorgsysteem moet oplossen. Dit terwijl de uitvoering van de 6e staatshervorming nog steeds lopende is. De vraag is dan ook: kan onze gezondheidszorg zich wel een nieuwe staatshervorming permitteren?
De komende weken zullen u en ik onze mening kunnen geven over de nood aan een volgende staatshervorming. Alleszins geen evidente opdracht voor onze burgers. Een wetenschappelijk comité zal vervolgens een rapport publiceren over het resultaat van de raadpleging, en hiermee het debat over een eventuele 7e staatshervorming voeden.
Dat de 6e staatshervorming een miskleun was, daar is iedereen het erover eens. Het werd een politiek akkoord, gerealiseerd met de rekenmachine in de hand. Inzake gezondheidszorg en welzijn werden bevoegdheden voor een totaal bedrag van € 4,2 miljard naar de deelstaten overgeheveld. Een visie ontbrak, niemand stelde zich de vraag “leidt dit tot een betere gezondheidszorgsysteem voor onze burgers?”. Bovendien is men vandaag de dag nog steeds bezig met de implementatie van de 6e staatshervorming, en dit 11 jaar na het Vlinderakkoord. Deze staatshervorming – die resulteerde in een verdere versnippering van de bevoegdheden in onze gezondheidszorg – vroeg (en vraagt nog steeds) een enorme inzet van mensen en middelen. Qua kosten en baten zijn hier toch vraagtekens bij te plaatsten.
Prioritaire werven
Inzake de bevoegdheidsverdeling zijn er vandaag knelpunten in onze gezondheidszorg, zoals in de geestelijke gezondheidszorg en de revalidatie. Hoe kunnen deze aangepakt worden? Er bestaan vandaag werkwijzen die nog onvoldoende geëxploreerd worden, zoals asymmetrische samenwerkingsakkoorden. Vorige maand nog tekenden Federaal minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke en Vlaams minister van Werk Hilde Crevits een protocolakkoord over de re-integratie van langdurig zieken. Er zijn dus mechanismen die toelaten om binnen de huidige bevoegdheden in te spelen op specifieke noden in de deelstaten. Laten we deze mogelijkheden beter uitbuiten. En wat meer “teamspirit” tussen de verschillende regeringen kan daarbij zeker geen kwaad doen.
Maar laten we het bredere plaatje niet uit het oog verliezen. Want onze gezondheidszorg en ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt vandaag reeds met een aantal belangrijke uitdagingen geconfronteerd die al onze aandacht vragen. Denken we hierbij maar aan de hervorming van de ziekenhuisfinanciering, de modernisering van onze nomenclatuur, de re-integratie van de arbeidsongeschikten en het tekort aan bepaalde zorgprofielen. Deze prioritaire werven zullen grote inspanningen vragen van alle betrokken actoren in de gezondheidszorg. En dan kom je aan een tweesprong: investeer je in de belangrijke werven van ons systeem, of investeer je in een de uitvoering van een nieuwe staatshervorming? Want België beschikt niet over de mensen en middelen om beide te doen, zeker niet met de huidige budgettaire situatie in ons land.
Principes
Stel dat hervormingen nodig zijn, laat deze dan beperkt zijn in omvang - al dan niet met een nieuwe staatshervorming - en gericht zijn op het oplossen van de knelpunten gecreëerd door de 6e staatshervorming. Maar laat daarbij de startvraag niet rond homogene bevoegdheden of budgetten draaien. Laten we leren uit vorige staatshervormingen en ver wegblijven van een nieuwe “politieke” staatshervorming. Een eventuele 7e staatshervorming moet vertrekken vanuit een gemeenschappelijke visie, gebaseerd op de noden en prioriteiten van de volksgezondheid en van ons gezondheidszorgsysteem. Zowel regionaliseren als (her)federaliseren van bevoegdheden kunnen hiertoe bijdragen.
Enkele fundamentele principes moeten daarbij gerespecteerd worden:
- Een staatshervorming is slechts een middel en mag nooit een doel op zich zijn. Bijkomende complexiteit moet vermeden worden, men moet streven naar meer efficiëntie in de besluitvorming en het beheer van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
- Voor de uitvoering van de gemeenschappelijke visie is het belangrijk dat het federale niveau een coördinerende rol speelt.
- Deloyale concurrentie tussen de deelstaten moet vermeden worden. Om de gemeenschappelijke visie uit te voeren, kunnen de deelstaten binnen hun bevoegdheden eigen keuzes maken, maar deze mogen andere deelstaten of het federale niveau niet in een lastig parket brengen, of met bijkomende kosten opzadelen. De terugbetaling van verstrekkingen worden bijvoorbeeld beter op federaal niveau gedefinieerd, en niet door de deelstaten.
- De responsabilisering van de betrokken overheden is eveneens cruciaal. En deze moet gelinkt zijn aan de gemeenschappelijke visie, en de daaraan verbonden doelstellingen en financiële afspraken. Een herziening van het overlegmechanisme tussen de beleidsniveaus, de administraties en de stakeholders, met meer coördinatie vanuit het federale niveau, moet hierbij dan ook op de agenda staan.
- De burger/patiënt staat centraal en mag geen slachtoffer worden van de (bijkomende) complexiteit van ons gezondheidszorgsysteem. De vrije keuze van verstrekker en behandeling, alsook de vrijheid om een beroep te doen op eender welke verstrekker op het Belgische grondgebied moeten gegarandeerd worden.
In het Vlaams en federaal parlement werden afgelopen jaar hoorzittingen georganiseerd. Vele partijen werden daarbij gehoord, zo ook de ziekenfondsen. Ons gezondheidssysteem is uiterst complex, en er is een grote verscheidenheid aan meningen over hoe het nu verder moet. En nu is het aan de beurt van de burgers om hun mening te geven.
Is het naïef om te hopen dat de komende discussies over eventuele hervormingen rationeel verlopen, gebaseerd op feiten en met de verbetering van de volksgezondheid en de duurzaamheid van ons gezondheidszorgsysteem als ambities? Want een nieuwe staatshervorming gebaseerd op een politiek compromis zoals in 2011, dat kunnen we ons echt niet permitteren.
Xavier Brenez, directeur generaal van de Onafhankelijke Ziekenfondsen